Ooit las ik een interview met Gertrude Stein waarin ze vertelde over de salon die ze in haar Parijse huis onderhield. Picasso en Matisse kwamen regelmatig langs, net als Joyce en Hemingway. Maar de meest briljante van allemaal, zei ze, degene met de creatiefste geest en de grootste sensibiliteit was toch wel Pierre Rocher geweest.
Zo heette hij niet echt, maar ik ben zijn naam vergeten. Tegenwoordig is iedereen zijn naam vergeten, want hij heeft nooit iets gemaakt. De enige manier waarop hij zich uitte was in gesprekken en behalve degenen die erbij waren zal niemand weten hoe groots hij werkelijk was.
Socrates had tenminste het geluk dat Plato zijn gesprekken opschreef.
Ik moest aan dat interview met Gertrude Stein denken bij de foto’s die de Volkskrant vorige week plaatste van kamers waar mensen naamloos stierven. Het zijn kamers vol troep en ongeopende belastingenveloppen, met een pluche pinguïn op een afgeragde bank. In het begeleidende verhaal wordt gesproken over troosteloosheid en mislukking: ‘… geen geld, geen uitzicht, en dan ook nog eenzaam tussen deze muren. Klote – dat is wat het is, een kloteleven, en dit is het einde.’
Alsof een geslaagd leven enkel kan worden afgemeten aan succes, geld en status. Alsof iedereen die dat niet bereikt een loser met een kloteleven is. Zonder applaus is het kennelijk niet de moeite waard.
Van de naamloze doden uit de Volkskrant kennen we alleen het sterven. Maar dat zegt niets over hun tijd daarvoor. Over wat ze hebben gezien en meegemaakt, hoe groot hun dromen waren en hoe goed hun gesprekken. Niets over al die keren dat ze op een bar hebben gedanst, of hoe hartstochtelijk ze hebben liefgehad. Misschien hadden ze de wereld kunnen veranderen, zoals Gertrude Stein zei dat Pierre Rocher dat had gekund. Als hij maar iets had gemaakt.
De wereld wordt vormgegeven door mensen met daadkracht, niet perse door degenen met de beste ideeën. We zullen nooit weten hoe anders alles had kunnen zijn, wat er verloren is gegaan met iedereen die eenzaam en vergeten stierf. Maar de kans is groot dat zich ergens tussen die naamloze doden een Pierre Rocher bevond.
wat een prachtig stuk. Ik las uw stuk in de Volkskrant van vandaag. het was me zo uit het hart gegrepen. Ik kan maar niet begrijpen waarom mensen gereduceerd worden tot de in een groep heersende opvatting. Ik vind het altijd zo leuk als ik ergens anders of genuanceerder over ga denken na een gesprek. Of er tijdens,
Dank,
Pauline Bulthuis
Ik hoorde net het interview op de radio over het zelfverwoestingsboek. Geweldig,…. ik werk niet meer, heb geen tv, lees geen kranten maar nu kreeg ik toch het gevoel ook soms iets te missen. Intelligentie, compassie, welbespraakt en een goed gevoel voor humor. Daar wilde ik een kop bij zien. Dus nu je columns aan het lezen. Wat betreft die Pierre Rocher, dit zal hem dan wel zijn denk ik: https://en.wikipedia.org/wiki/Henri-Pierre_Roch%C3%A9